Ook vandaag staan we op het gemakje op, wat is het toch lekker slapen in de camper met deze koele temperaturen! We rijden verder langs het fjord tot het einde van de uitloper bij Skjolden. Daar stoppen we omdat je er naar een waterval kan lopen. Dit blijkt een spannend paadje te zijn gemaakt van rotsen door sjerpa’s. We klauteren naar boven en genieten van het uitzicht. Helaas vindt Thijs het iets te spannend, en ook ik ben niet zo goed in afdalen van paadjes waar je ver naar beneden kan kijken. Ook zitten er veel muggen, ben verschillende keren op mijn hoofd gestoken in mijn haar, want daar had ik natuurlijk geen muggenspul gespoten. Maar toch is het wel echt prachtig om te zien, intens groene kleuren en prachtige planten met een heel mooie waterval die verder gaat als een snelstromend beekje.

Na dit kleine avontuur rijden we weer verder. We hebben de E5 tussen Jostedalsbreen/Breheimen en Jotumheimen in. Dit betekent klimmen! Via verschillende haarspeldbochten rijden we langzaam naar boven. Op sommige plekjes is het smal, dus moet het echt rustig aan en moet je af en toe even wachten om een tegenligger voor te laten gaan. Hoe verder we klimmen, hoe meer het landschap verandert en na een tijdje zijn de bomen inmiddels verdwenen en zien we weer flink wat sneeuw. Mijn primaire doel was om sneeuw aan te raken, dus we stoppen bij een van de vele stopplekken en we wandelen een stukje het prachtige weidse landschap in. Na een paar minuutjes springend van rots naar rots en lopend over het zachte mos, vinden we een plekje waar we sneeuw aan kunnen raken, yes! Missie geslaagd voor vandaag.

We rijden nog een stukje verder om te kijken of we hier op grote hoogte (zo’n 1400 meter) kunnen overnachten. We vinden een ruimte parkeerplek die aan een klein meertje ligt en zetten hier de camper neer. We pakken onze rugzakken en volgen een soort van pad de prachtige natuur in. We lopen een klein stukje over sneeuw, klauteren over rotsen en lopen over – soms drassig – mos. De natuur is overweldigend mooi en we hebben Thijs nog nooit zo enthousiast gezien over wandelen. Maar dit is natuurlijk eigenlijk meer hiken. We zijn uiteindelijk ongeveer anderhalf uur onderweg en hebben enorm genoten van deze prachtige wandeling. Het bijzondere is hier ook het weer, als de zon schijnt heb je het warm, maar 10 minuten later kan er ineens een wind opsteken en het beginnen te regenen en dan is het behoorlijk koud. Gelukkig weten we dit en gaan we altijd met veel laagjes kleding op pad. De rest van middag genieten wij van het uitzicht en vermaakt Thijs met sneeuw halen een eindje verderop met zijn emmer en schep. Ook worden we getrakteerd op een prachtige dubbele regenboog. Wat een fantastische dag!

Een echt avontuur
Na een heerlijke koude nacht – als we wakker worden is het 9 graden in de camper – staan we op met een prachtig uitzicht. We ontbijten en Thijs en ik lopen nog even naar de andere kant van de weg om nog even van wat sneeuw en mooie uitzichten te genieten. Omdat je overal van rots naar rots kan springen tussen de mossige ondergrond, vindt Thijs het superleuk om hier rond te springen. Rond 10u zitten we weer in de camper en rijden verder, lekker op ons gemakje, helemaal als we af en toe schapen tegenkomen die ook graag over de weg lopen. Bij Krossbu stoppen we weer omdat ik op Park4Night heb gezien dat je vanuit deze plek naar een gletsjer zou moeten kunnen lopen. We pakken onze rugzakken in met eten, drinken en regenjassen en gaan op pad. Er blijkt een rondwandeling te zijn van 6km en we hopen dat deze langs de gletsjer komt, die we al in de verte kunnen zien. Met veel enthousiasme gaan we op pad, gelukkig is er veel te klauteren maar is het niet stijl. Dus we klauteren over rotsen, steken beekjes over, lopen over smalle paadjes en op verend (en soms soppend) mos. De route is behoorlijk goed aangegeven met een “T”, dus Thijs is onze kleine speurneus die de weg wijst. Echt opschieten doet het niet, want er is zoveel moois te zien om foto’s van te maken.

Af en toe stoppen we even om wat te eten of te drinken. Thijs heeft dat hard nodig, want het is natuurlijk best een eindje lopen, vooral als je de helft van de route springt en de ‘moeilijke’ paadjes kiest. Als we iets over de helft zijn gaat de route in de richting van de gletsjer. Hier wordt het wel wat rotsachtiger en ook wat steiler. Ik vind dat altijd lastig lopen, want dan krijg ik last van hoogtevrees. Thijs begint hier ook last van te krijgen, dus het kost ons flink wat moeite om naar boven te komen. En het is ook gewoon een flinke klim. Maar ons doorzettingsvermogen wordt beloond, als we een eind hebben geklommen zien we bovenop deze ‘berg’ ineens de gletsjer bijna recht voor onze neus liggen. Wat een machtig gezicht is dat! We lopen richting de gletsjer langs stukken sneeuw en prachtig heldere meertjes. En na een beetje klauteren zijn we er echt bij en kunnen we de gletsjer aanraken. Hij is erg scherp, want de bovenkant bestaat uit scherpe stukjes ijs. Wat jammer dat dit misschien over 80 jaar niet meer bestaat. Elk jaar is de gletsjer weer een stukje verder lopen, omdat hij sneller smelt dan aangroeit. En het ding met gletsjers is, dat er nogal wat water vanaf komt, dat vaak met meerdere watervallen naar beneden stort.

Omdat we een rondje lopen, moeten we nu ook ergens over dit water heen. Gelukkig zien we andere mensen onze kant op komen en proberen we een plek te vinden waar we dit snel stromende water over kunnen. Dit lukt met niet teveel problemen en gaan dan weer richting de terugweg, denken we…. Omdat het hier alleen maar rotsen zijn, is er geen pad te onderscheiden. We zien wel mensen die alleen naar de gletsjer zijn gelopen via onze terugweg, maar kunnen niet precies zien hoe dit pad loopt. We klauteren dus een eindje naar boven, naar waar we denken dat een pad ligt. We moeten echt op rotsen klimmen en soms zelfs met handen en voeten. Maar helaas komen we er een eind naar boven achter dat het pad dat we hier dachten te vinden, er niet is. Dit zorgt wel voor enige stress. Ik probeer mijn hoofd koel te houden, maar van binnen ben ik behoorlijk angstig aan het worden. We weten wel waar we zijn en waar de camper is, maar krijgen niet goed een pad naar beneden gevonden. Als we nog een stukje verder klimmen, zien we dat we zo echt niet verder kunnen want het gaat hier veel te steil naar beneden. We komen erachter dat het het beste werkt als ik een pad vindt, en Peter samen met Thijs volgt, zodat hij Thijs kan helpen. We klimmen dus weer terug, waarbij Peter nog een stukje uitglijdt en we echt even flink schrikken. Gelukkig viel het mee. En klauteren we nog verder naar beneden. Inmiddels zien we de rivier van de gletsjer weer en we besluiten om deze richting op te gaan en deze naar beneden te volgen, omdat we inmiddels vermoeden dat daar het pad ligt. Na een tijdje zien we hier ook mensen lopen en zijn we opgelucht dat we weten waar we naartoe moeten. Nu nog even een veilige route zoeken over de rotsen. Met af en toe op onze billen naar beneden, komen we uiteindelijk weer veilig op het pad uit. Opgelucht eten en drinken we wat en vervolgen onze weg richting de camper. Het is wel echt heel erg fijn om weer in het glooiende landschap te lopen en niet meer over rotsen te klimmen.

Maar het is nog wel een eindje naar de camper en Thijs is echt wel flink moe. Gelukkig moeten we ook nog wat beekjes oversteken, dus krijgt Thijs er weer plezier in. Het laatste stukje ga ik even wat sneller vooruit, want ik moet inmiddels flink plassen. Na ongeveer 4 uur onderweg te zijn, en na ruim 8,5 kilometer wandelen, klimmen en klauteren, zijn we weer bij de camper. Wat een avontuur! We eten en drinken wat en sturen ons oorspronkelijke plan bij om ongeveer nog anderhalf uur verder te rijden. Als we op pad gaan, komen we niet echt een leuke plek tegen om te overnachten aan de route, dus besluiten we naar de camping te gaan in Lom. Dit is een prima camping, waar veel digitaal geregeld is; inchecken gaat via een scherm (met hulp van een medewerker van de camping) en je kan zelfs pinnen voor warm water in de douche. Omdat het zonnetje lekker schijnt zetten we de stoelen en tafel buiten en eten wat lekkere dingetjes en drinken wat. Avondeten doen we in de camper, want het betrekt en de muggen zijn hier in grote getalen aanwezig. Ook hier begint het aan het begin van de avond te regenen dus kaarten we nog lekker wat in de camper.